HET JACHTHUIS

Het jachthuis
Het jachthuis in Zevenhuizen is gebouwd in 1920 als jachtverblijf voor de familie Van Romunde uit Den Haag die in voormalig Oost-Indië fortuin had verworven.  
Uitvalbasis verzet
Na een geslaagde missie werd The Jolly Duck, een B-24H liberator, beschoten. Het toestel moest een noodlanding maken vlakbij Zoetermeer. Alle negen bemanningsleden overleefde de noodlanding. Een van hen was John McCormick, een drieëntwintigjarig boordschutter uit de Verenigde Staten. Hij sloot zich aan bij het verzet wat het jachthuis gebruikte als uitvalbasis. Ook werd het jachthuis gebruikt als onderduikadres voor onder andere Engelse piloten. Op 29 april 1945 werd het jachthuis overvallen door de Duitse militairen. Hierop volgde een vuurgevecht waarbij een van de verzetsleden, wachtmeester Van Rij en John McCormick dodelijk getroffen werden.
Rijksmonument
The Jolly Duck is een Rijksmonument. Het jachthuis heeft deze status gekregen vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarden en de landschappelijke inpassing bij de Rotte. Het betreft een van de eerste geprefabriceerde huizen in Nederland die uit Duitsland afkomstig zijn. Het hout is van Silezisch grenen wat unieke kenmerken heeft.  De kenmerkende H-vorm is door de jaren heen onveranderd gebleven.
Natuur
Het jachthuis is landelijk gelegen in het recreatiegebied de Rottemeren. De Rottemeren is een uitgestrekt plassengebied ten noorden van Rotterdam. De meren zijn aan elkaar verbonden door de rivier de Rotte.
Naast het jachthuis ligt het natuurreservaat het Korenmolengat. Dit is een van laatste overgebleven delen moerasveen. Door de jachtactiviteiten en de bescherming daarvan is een unieke biotoop bewaard gebleven. Er komen unieke reptielen, plantsoorten en vogelsoorten voor. Zo komen er naast een kolonie aalscholvers onder andere rugstreeppadden, verschillende soorten eenden, de roerdomp en ijsvogels voor. Het natuurreservaat wordt beheerd door natuurvereniging Rotta en Staatsbosbeheer.
Door de uniek samenkomst van drie gebieden (weidegebied, watergebied en parkgebied) is er rond het jachthuis een bijzondere biotoop ontstaan met een grote verscheidenheid aan flora en fauna.
Gebruik
Het jachthuis is eigendom van familie De Witte en ook door hen in gebruik als woonhuis. Daniel de Witte, oprichter van iLINQ, doet in het jachthuis zelf onderzoek naar duurzaamheid, nieuwe strategieën voor verduurzaming van rijksmonumenten en natuurinclusiviteit. Zo wordt er door middel van sensoren data gegenereerd over hoe het jachthuis presteert onder diverse klimaatomstandigheden. Worden biobased en innovatieve isolatiematerialen getest en wordt gekeken hoe vormgegeven kan worden aan klimaatadaptiviteit en waterresilience zonder grote impact op het monument. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar zelfvoorzienendheid een jachthuis draaide vroeger namelijk volledig op zelfvoorzienendheid. Ook worden er natuurinclusieve systemen zoals bijenhotels vanuit geoogste materialen, wormenhotels, composthopen, moestuinprincipes, nestvoorzieningen, wildwallen en specifieke bijen en vlinder stimulerende beplanting toegepast. Door het opnieuw plaatsen van oude fruitbomen zijn kenmerkende landschappelijke elementen teruggebracht. De mobiliteit van het gezin wordt zo duurzaam als mogelijk ingezet.
Educatie is een belangrijk onderdeel van het leven van Daniel de Witte daarom wordt het jachthuis o.a. opengesteld tijdens open monumentendag, voor studenten, leden van OZM en andere geïnteresseerden.